Inmiddels is het zomer en de temperaturen stijgen. We hebben al een aantal dagen flink boven de dertig graden gehad en langzaam veranderen de groene kleuren van het voorjaar in het zomerse goudgeel. Alle grassen schieten zaad en dat betekent het eind van de groei. Dat zijn de normale zomerse kleuren in Extremadura.

Maar iedere zomer verschijnen her en der in het land prachtige bomen, fel afstekend tegen het zomers geel. Zodra de kurkeiken worden geschild veranderd het landschap. De bomen op onze finca zijn dit jaar ontschorst.

Kurkeiken zijn heel geschikt als parasol voor het vee

Elke acht tot negen jaar komen alle kurkeiken aan de beurt. De schors wordt van de bomen verwijderd om te worden verkocht en verwerkt. Oorspronkelijk natuurlijk voor de wijnkurken. Maar naarmate deze meer en meer worden vervangen door andere materialen of schroefdoppen worden ook andere toepassingen voor de kurk gevonden, naast de al bekende kurken vloer wordt kurk ook gebruikt voor isolatie, schoenzolen en gebruiksartikelen zoals portemonnees en tassen. In Cáceres is er een winkeltje waar deze artikelen worden verkocht. Overigens worden de Extremeense wijnen nog allemaal onder een originele kurk gebotteld.

Vidal, een van de houthakkers van het dorp is een paar ochtenden bezig geweest om alle bomen uit hun jasje te helpen. Best zwaar werk want afgezien van de hoge temperaturen is het schillen van een grote kurkeik beslist geen klein klusje. Om de optimale opbrengst te halen moeten er halsbrekende toeren worden uitgehaald.

Nu zou een Hollandse ARBO-functionaris grijze haren krijgen wanneer hij ziet hoe hier in Extremadura gewerkt wordt. Wetten voor arbeidsomstandigheden bestaan hier niet of ze worden totaal niet nageleefd. Iedereen hier vindt het klimmen in bomen, soms met draaiende kettingzaag heel normaal. Wij hebben er nog wel eens moeite mee maar zoals we in Nederland hebben geleerd: “als buitenlander moet je je aanpassen aan de gebruiken van het land”, dus dat doen we dan maar. Andere oplossingen zijn er ook niet voorhanden.

Nadat alle schors van de bomen is verwijderd neemt Vidal het mee en worden wij betaald. Rijk worden we daar niet van, daarvoor is ons stukje land van twee hectare echt niet groot genoeg. Aangezien Vidal aankomend najaar weer steeneiken gaat snoeien spraken we met hem af dat hij ons later uitbetaald in haardhout. Dat is ook heel Extremeens: ruilhandel.

Vidal verkoopt alle kurk die hij oogst uiteindelijk aan een grote opkoper uit Portugal. Deze verkoopt het weer aan de industrie. De prijzen van de kurk dalen omdat de wijnindustrie steeds minder om kurk vraagt. Desalniettemin is de oogst nog steeds de moeite. De boom op de foto’s levert ons ongeveer €20,- op en bomen van deze grootte staan er volop in Extremadura.

En aan toeschouwers is er nooit gebrek

De kurkeiken hebben wel een grote vijand. Iedere zomer zien we flinke boktorren vliegen. Deze produceren levende larven die gangen graven door het hout. Langzaamaan verzwakken ze de zware zijtakken totdat er, ook meestal in de zomer, zo’n enorme tak krakend afbreekt. Om deze reden zul je de Extremeños nooit onder kurkeiken zien werken wanneer het flink waait. Een beetje tak weegt toch gauw duizend kilo of meer.

Gedurende het jaar gaan onze bomen langzaam verkleuren. Van een donker okergeel kleuren de bomen naar roodbruin om langzaam weer donkerbruin tot zwart te worden. Meestal duurt dat ongeveer een jaar en kunnen we van de steeds veranderende kleur genieten.